Zelf ben ik van de patatgeneratie. Blijkbaar stonden wij vroeger te kijk als een passieve lichting waarbij alles kwam aanwaaien. Gelukkig is dat stokje nu overgedragen aan generatie Y oftewel de millennials, de digital natives en generatie alpha. Zo zouden vooral millennials ontevreden jongeren zijn met een ongezonde hang naar perfectie, tomeloze zelfoverschatting met bijbehorende ambities en binnen sociale kaders vooral lijden aan FOMO.
FOMO is de afkorting voor ‘Fear of Missing Out’. In het nederlands ‘angst om iets te missen’. Een heel gezonde respons lijkt me. Ik kan echt chagrijnig worden van een misgelopen feestje en baal stevig als ik een leuke afspraak moet verzetten. In real life dan, wel te verstaan.
Maar voeg dan social media eens toe aan dit fenomeen. Want het wordt een heel ander verhaal als ik in de Metro lees dat er jongeren zijn die zelfs hun wekker zetten om hun telefoon te checken op updates op social media. Dit is niets willen missen, maar dan next level. Zijn social media een aanjager van FOMO?
Social media zijn net als veel apps op je mobiele telefoon zo ontworpen dat ze het beloningscentrum in je brein activeren. En doordat je brein je ook beloont voor het bekijken van bijvoorbeeld een bericht op Facebook, kan er een vicieuze cirkel ontstaan.
Deze shotjes dopamine zorgen voor een fijn gevoel. Meteen de reden dat je het dopamine-opwekkend gedrag graag herhaalt. Vooral als het laagdrempelig gedrag betreft dat direct een beloning geeft. Met als gevolg dat je nog vaker je mobiel checkt.
Waar FOMO staat voor de Fear Of missing out, is JOMO het tegenovergestelde. De Joy of missing out krijgt steeds meer volgers. Mensen die even helemaal loskoppelen van hun telefoon, laptop en/of tv. En daarmee hun hersenen echt laten ontspannen. Je timeline op facebook checken lijkt heel ontspannend, maar geeft de hersenen niet de rust die een potje voetbal, het bakken van een taart of potje ganzenborden wel doen.
Dat het continu checken van je telefoon, mail of social accounts funest is voor je productiviteit hoef ik natuurlijk niet uit te leggen. Elke melding zorgt ervoor dat je concentratie verplaatst naar je telefoon. Zoals je in mijn eerdere column over procrastinatie kon lezen duurt het minstens 20 minuten om weer in je flow te zitten na een onderbreking. Onderzoek toont aan dat we gemiddeld 42* keer per dag onze telefoon oppakken. Zo gezien is het een wonder dat we nog iets gedaan krijgen.
*Deze cijfers lopen enorm uiteen. Er zijn onderzoeken die 42 pick-ups claimen, maar ook onderzoeken die uitgaan van maar liefst 224 keer per dag. Mocht je, net als ondergetekende, aan ernstige zelfonderschatting lijden op dit onderwerp, adviseer ik je een paar weken ‘Moments’ te laten draaien op je telefoon. Die 42 haal ik, tot mijn eigen schrik, best vaak…
Hoe zorg je dan dat je je niet de hele dag laat afleiden door alle bliepjes, buzzjes en dansende rode rondjes onderin je beeldscherm? En is het wegleggen van die mobiel of het uitzetten van je mail dan de oplossing?
In Frankrijk zijn smartphones verboden op scholen omdat het de concentratie van de leerlingen zou aantasten. Volgens mij is dit net zoiets als het verhogen van de accijns op tabak: de verstokte roker gaat er echt niet minder van roken. Beter leren we onze kinderen en onszelf omgaan met de constante stroom van informatie die 24/7 tot je beschikking staat.
Digiminderen, de nederlandse vertaling van smartphone detox, zegt het eigenlijk al. Minderen. Is die telefoon op je nachtkastje echt nodig? Moet je echt met je mobiel in je hand staan terwijl je een gesprek voert? Lopen zaken in de soep als je e-mail niet per kerende post beantwoord? Goede vragen om digitaal detoxen een bewuste keuze te laten zijn. Helemaal weg met die mobiel of heerlijke rode dansende e-mailmeldingen zijn mij een brug te ver. Maar wellicht is dat typisch de stem van een toch-nog-informatieverslaafde.
Bedenk dat concentratie en flow een keuze is. Juiste wanneer je je brein laat kraken ligt afleiding op de loer. Dat klinkt tegenstrijdig, maar komt omdat je hersengebieden die niet bezig zijn met een moeilijke opdracht, de omgeving afspeuren naar prikkels en gevaar. Gevaar vind je niet als je achter de laptop zit te knallen, leuke kattenfilmpjes wel.