Vakmanschap en meesterschap hebben in dit geval niets met bier te maken. Maar wel met risico’s en een krappe arbeidsmarkt. Lees in de column van Bart over vakmanschap én meesterschap. En over auto’s die niet van de Erasmusbrug zullen rijden.
De titel van deze column doet vermoeden dat we het hier hebben over de reclameslogan voor het biermerk Grolsch. Een sterke slogan. Herkenbaar ook. En hoewel ik het graag over bier heb en het nog liever drink, heeft dit stuk niets met bier te maken.
Ik las pas een opiniestuk in het FD. De schrijvers waarschuwen hierin voor een misplaatst vertrouwen dat we hebben in software programmeurs. Met name developers die onder invloed van de krappe arbeidsmarkt retesnel worden klaargestoomd voor het vak. Ze schrijven: “In een tijdsbesteding van 40 uur (!) kun je je laten ‘omscholen’ tot Certified Java Programmer. Even examen doen en je kunt aan de slag om delen van medische apparaten, belastingprocessen, industriële systemen, zelfrijdende auto’s en andere ‘high risk’ systemen voor ons te verzorgen.”
Als digital agency ontwikkelen wij ook ‘high risk’ systemen. Oké, er gaat niemand dood als onze applicaties niet werken. Ook zullen er geen auto’s van de Erasmusbrug rijden door een programmeerfout. Maar door falende software kunnen onze klanten wel te maken krijgen met serieuze schade. Omzetverlies bijvoorbeeld. Of het niet kunnen uitvoeren van belangrijke dienstverlening of bedrijfsprocessen.“Door falende software kunnen onze klanten wel te maken krijgen met serieuze schade.”
Ondanks dat werken wij ook met developers die zich na “40 uur (!)” een nieuwe discipline eigen hebben gemaakt. Of met nieuwe collega’s die als junior aan de slag gaan. En daarmee de kans krijgen om te leren. Juist door mee te werken aan ‘high risk’ projecten. Niet als enige ‘vakman’ op een project maar juist in samenwerking met vakmensen die in mijn ogen de meestertitel ruimschoots mogen dragen. Wat dat betreft slaan de schrijvers de spijker op de kop door te pleiten voor een nieuw soort gildestelsel waar je van leerling doorgroeit naar gezel en bij geschiktheid uiteindelijk de meestertitel zal dragen. Een moderne variant van de vakmanschapscultuur dus. In onze dagelijkse praktijk gebeurt dat dus al lang stilzwijgend. Ik gok dat wij daar geen uitzondering in zijn.
Het beeld dat geschetst wordt van “ ‘vakmensen’ die onbewust onbekwaam pogen onze digitale in elkaar te ‘knutselen’” vraagt wel om nuancering. Ik denk dat opdrachtgevers, werkgevers, en management zich echt wel bewust zijn van het feit hoe commercie en onderwijs inspelen op de grote vraag die er is naar IT’ers. En de gevolgen die dat kan hebben. Maar laten we niet uitgaan van een groot doemscenario. Het zijn ook juist juniors die ons als vakmensen met ervaring laten kennismaken met nieuwe innovaties of toepassingen. Die met een frisse blik verbetering aanbrengen binnen werkprocessen of methodieken. En die fouten moeten kunnen maken. In een veilige omgeving.“Het zijn ook juist juniors die ons als vakmensen met ervaring laten kennismaken met nieuwe innovaties of toepassingen.”
Sluit ik dan mijn ogen voor de realiteit? Vergeet ik dan “Dat softwareontwikkeling een moeilijk, doch inmiddels goed begrepen vak is”? Ik denk het niet. Maar ik omarm de realiteit niet zo angstvallig. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt liggen inderdaad ver uit elkaar. De vraag is zo groot dat minimaal geschoolde developers her en der aan de slag kunnen tegen absurde voorwaarden. Maar zelfs als je als branche aan die voorwaarden kan blijven voldoen geloof ik in zelfregulering binnen het vakgebied. Want zelfs met jaren opleiding en diepgaande kennis hoef je het vak nog niet te beheersen. De echte professional onderscheidt zich door een ijzersterke discipline, een gezonde arbeidsethos en een continue drive om te blijven leren. En dat zijn nou net de eigenschappen die zorgen dat vakmanschap meesterschap wordt.